De Gouden Cirkel
PROGRAMMA
Moderator: Marijke van der Putten
Inloop
Muzikale opening door Arthur Carli, Rob Carli, Inge Wollrabe
Opening en welkom door voorzitter Stadssocieteit de Gouden Cirkel, Marijke van der Putten
Korte film met historisch overzicht door Carel Banse
De Indische gemeenschap in Breda door voorzitter Stichting Arjati, Dewi van Hoek
Interview met leden van de tweede generatie: Arthur Carli, Jozias van Hoek en Arie Mosies
Toespraak door Bert Oudenhoven
Pauze met muzikale opluistering door Arthur Carli, Rob Carli, Inge Wollrabe
Toespraak door Ellen Tebbe
Interview met leden van de derde generatie: Cynthia Peters en Charlene Vodegel
Gelegenheid Tot het stellen van vragen
Een van de aanwezigen vroeg bij de afronding wat we kunnen leren van de geschiedenis als het gaat om de huidige opvang van vluchtelingen. Ik heb geantwoord de opvang in die tijd natuurlijk niet met de huidige maatstaven kan worden vergeleken. Het is goed dat we nu de mogelijkheden hebben om vluchtelingen adequaat op te vangen. Maar bij de overbrenging van de Indische Nederlanders (en anderen, die niet meer welkom waren in het toenmalige Indonesie), ging het niet om vluchtelingen, maar om landgenoten, wier moederland niet meer bestaat. Zij zijn in de oorlog en daarna alles kwijtgeraakt en hebben een nieuw bestaan moeten opbouwen in Nederland, dat een vreemd land voor hen was. Daarbij hebben ze geen compensatie gekregen voor verloren gegane bezittingen en nog jarenlang voorschotten van de Staat hebben moeten terugbetalen voor de kosten van overtocht, tijdelijke onderbrenging, kleding en meubilair. Mijn oma heeft van 1950 tot aan haar dood in 1966 60% van haar schamele pensioen moeten afdragen. In Nederlands-Indie op Nederlandse scholen behaalde diploma’s waren bij aankomst in Nederland niets meer waard. In feite werden zij door de overheid bewust op achterstand gezet, bang voor verdringing op en verstoring van de arbeidsmarkt. Ondanks de problemen van wederopbouw had de Nederlandse regering zich moreel en ethische meer verantwoordelijk moeten voelen voor deze landgenoten.