Een uitzonderlijk blijk van vriendschap en waardering
Op woensdag 30 juni was ik samen met broer Jos Banse op uitnodiging van goede vriend Erik Becking bij Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum BRONBEEK in Arnhem. We maakten een rondgang langs de verschillende monumenten op het landgoed, waar een deel van onze Indische geschiedenis wordt bewaard.
We herdachten Eriks recent overleden vriend Rinus Maresch, die een belangrijke rol speelde voor de families Becking en Marks in Nederlands Nieuw-Guinea (zie Eriks intrigerende boek ‘Tussen twee vuren’ op www.opapoea.nl). We toonden ook ons respect voor Albert Jan Banse, die als krijgsgevangene aan de Birma-Siam spoorlijn moest werken: hij heeft zijn laatste rustplaats op Kanchanaburi War Cemetery in Thailand gevonden. In stilte liepen we langs de monumenten voor de jongenskampen en voor de vrouwenkampen. We sloten onze rondgang af bij het monument voor de Papua-strijders in Nieuw-Guinea.
Natuurlijk kon een lunch in de Kumpulan niet ontbreken. Aan tafel bespraken we tal van onderwerpen, zoals onze militaire levens en onze persoonlijke levenslopen en herinneringen. Het was een intieme ontmoeting tussen drie zonen van getraumatiseerde ouders, die de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië (en de nasleep daarvan) aan den lijve hebben ondervonden.
DE PELGRIMSTAF
Erik verraste Jos en mij met persoonlijke, zelf vervaardigde, geschenken. Over die voor Jos kan ik niet te veel uitweiden, maar het was een handelsmerk van Erik. Voor mij had Erik een unieke pelgrimsstaf, waar ik des te meer over wil vertellen.
Een pelgrimstaf heeft van oudsher twee functies: (1) extra-steun (“derde voet“) tijdens een voetreis bij vermoeidheid, bij overbelaste of gekwetste ledematen en (2) verdedigingsmiddel tegen struikrovers en loslopende honden en andere wilde dieren. De pelgrimsstaf bood een vorm van ‘moreel houvast’. Ik vind dat een mooie boodschap voor het leven.
Erik heeft verder veel persoonlijke symboliek in de staf verwerkt: mijn naam, geboortedatum en geboorteplaats zijn uitgesneden, met twee klavertjes vier voor geluk. Een schild met ster als verwijzing naar het Amerikaanse onderdeel waarmee mijn vader naar Korea is uitgezonden.
Op de kop is een zilveren gulden uit mijn geboortejaar 1955 en in het holle, bovenste gedeelte een dubbeltje uit 1948 verwerkt: verwijzingen naar het op ons beiden toepasselijke spreekwoord ‘Als je voor een dubbeltje geboren bent….’.
Daaronder is mijn rang uitgesneden: ‘kolonel’ – met twee kleine edelsteentjes in de ‘o’ -, dan de daarbij behorende gallons en het embleem van de Hogere Staf Vorming van de Koninklijke Luchtmacht.
Erik heeft ook zijn handtekening opgenomen: de Morgenster, vlag van zijn zo geliefde geboorteland.
Ik ben sprakeloos van zo’n uniek geschenk, dat met zoveel toewijding, zorgzaamheid en vakmanschap is gemaakt.
Alleen al het uitzoeken van een geschikte tak moet dagen hebben gekost, om maar niet te spreken van al het secure snij- en schuurwerk.
De staf weerspiegelt de manier waarop ik door het leven wens te gaan.
Het is waarlijk een uitzonderlijke manier om hechte vriendschap en waardering uit te drukken.
TERIMA KASIH, Erik!
GEDICHT 'EEN DUBBELTJE' DOOR JOS BANSE
Een dubbeltje
10 cent.
In de loop der jaren heeft het kleine muntje
enorm aan waarde ingeboet.
Een dubbeltje
iedereen is als een dubbeltje geboren
maar sommigen voelen zich een veelvoud waard.
Het kan zijn dat je die waarde voor anderen hebt
dat is hun beleving, hun waardering, hun waardebepaling.
Maar blijf je zelf
blijf eenvoudig, nederig en dankbaar
dan zul je zien
dat grotere muntstukken,
grote bedragen of waardevolle papieren
niet garant staan voor geluk, vriendschap of liefde.
Geluk, vriendschap en liefde
allemaal zaken die beschouwd kunnen worden
als werk in uitvoering.
Blijf er aandacht aan besteden
blijf contacten onderhouden
en blijf dienstbaar aan de ander.
Doe
maar doe alles belangeloos.
Verwacht niets terug
wees oprecht, spontaan en liefdevol.
Dan zul je ervaren
hoe bepalend een dubbeltje
in je leven kan zijn.