Zoveel onbegrip, zoveel onduidelijkheid, zoveel vragen. Toen ik ouder werd, wilde ik meer weten van wat er zich heeft afgespeeld in Indië in die tijd, over de Jappenkampen, over oorlog, over onzekerheid en onderling wantrouwen, over wat voor vreselijke dingen mensen elkaar kunnen aandoen. Ik ben gaan lezen, gesprekken gaan voeren met familieleden en anderen, die het zelf hadden meegemaakt. De verhalen bleven in eerste instantie spannend en kleurrijk. Hoe langer de gesprekken echter duurden en hoe meer ik vroeg, des te emotioneler werd de gesprekspartner en des te donkerder werd het relaas.
Nog steeds kan ik veel dingen niet helemaal bevatten, maar ik weet nu dat mijn schoonvader letterlijk ‘doodsbang’ was als hij in zijn dromen werd achtervolgd en geslagen door zijn bewakers. Ik weet nu waarom mijn vader zich maar moeilijk echt aan ons, zijn kinderen, kon geven: hij had al zoveel geliefden verloren. Mijn moeder had haar recepten opgeschreven in de gaarkeuken van het Jappenkamp, omdat dat nog de enige manier was om zinvol met eten bezig te zijn: in die gaarkeuken probeerde zij van niets ‘iets’ te maken. En mijn oma wilde nooit meer misgrijpen als het om eten ging; zij wilde daarvoor niet meer afhankelijk zijn van anderen.
Hun verhalen en hun achtergronden hebben mij gemotiveerd om mij, net als mijn vader, in te zetten voor de vrede en vrijheid van anderen. 35 jaar dienst bij de Koninklijke Luchtmacht in een tijdperk, dat zo veel verschilt van de diensttijd van mijn vader, maar wel met dezelfde opgave: ‘voor een betere wereld en voor vrede en vrijheid voor iedereen’.
Ik begrijp nu ook beter wat voor verschrikkingen u en velen met u hebben moeten ondergaan. Hoeveel ouders en kinderen die zwarte tijd niet hebben overleefd. Hoeveel kracht en doorzettingsvermogen u moet hebben gehad om het wel te overleven. Maar ook hoeveel kracht en lenigheid van geest het elke dag opnieuw kan vergen om te kunnen genieten van hetgeen u nu wordt aangeboden. Uw verhalen zullen worden doorverteld; uw ervaringen en gevoelens kunnen echter niet worden doorgegeven door hen, die het niet zelf hebben meegemaakt.
In het boekje ‘Een draad van angst’, dat precies dertig jaar geleden werd gepubliceerd, staat het zo:
‘..Ik vind dat we ons dat toch wel goed voor ogen moeten houden, nu wij als overlevenden, en in meer of mindere mate gezonde overlevenden, ons verhaal nog kunnen vertellen. Ik denk dat wij toch niet in staat zijn om de verschrikkingen die er zijn geweest, in volle omvang weer te geven en over te brengen…’
Degenen, die het allemaal meegemaakt hebben, verdienen onze hoogste waardering en ons diepste respect.
Wij allen mogen ons gelukkig prijzen dat we vandaag, 15 augustus 2013, de capitulatie van Japan kunnen herdenken. Dat we aan elkaar kunnen doorgeven wat het belangrijkste goed is: ‘een betere, liefdevolle wereld, vrede en vrijheid voor een ieder’.